Leer alleen als jij dat wilt.

Leer wat je wilt.

Maar doe het dan goed.

Veel plezier!

 

  • De of het e-mail? Is het de e-mail of het e-mail? E-mail is een de-woord, dus het juiste lidwoord is de e-mail. Let op: email (zonder streepje) is een het-woord.

Woordgeslacht: vrouwelijk (mannelijk) Dit of deze: deze e-mail Dat of die: die e-mail Onze of ons: onze e-mail Jouw of jou: jouw e-mail

 

Is het nu je wil of je wilt?

‘In de spreektaal komt je/jij wil (zonder t) vaak voor, net als in privéberichtjes en andere informele teksten. Over het algemeen krijgt je/jij wilt (mét t) in Nederland nog steeds de voorkeur in (zakelijke) teksten die bestemd zijn voor een breed publiek. Maar soms wordt er ook dan gekozen voor je/jij wil, bijvoorbeeld om meer vertrouwelijkheid of ongedwongenheid uit te stralen. Ook in citaten komt je/jij wil vaak voor om natuurlijke spreektaal weer te geven.’  (bron: Onze taal)

Waarom lezen?

Lezen vergroot ons inlevingsvermogen.

(bron: https://www.lezen.nl/blog/waarom-doet-lezen-ertoe/

Lezen vergroot ons inlevingsvermogen

De positieve opbrengsten van lezen beperken zich niet tot alleen onszelf, maar waaieren ook uit naar anderen. Lezen leidt tot meer begrip voor en meer genuanceerde opvattingen over de mensen om ons heen. Zo kunnen kinderen die veel worden voorgelezen, zich een betere voorstelling maken van de gedachten, gevoelens en wensen van andere mensen (Adrian, Clemente, Villanueva, & Rieffe, 2005; Mar, Tackett & Moore, 2010). Ook op volwassen leeftijd is dit effect van lezen terug te zien: lezen hangt positief samen met ons sociale inzicht en empathisch vermogen (Mumper & Gerrig, 2017; Dodell-Feder & Tamir, 2018).

Lezen vermindert vooroordelen

Fictielezen kan zowel bij kinderen als volwassenen vooroordelen tegengaan (zie Vezzali, Stathi & Giovannini, 2012; Vezzali et al., 2015; Johnson, Jasper, Griffin & Huffman, 2013). Kinderen die tijdens het lezen in aanraking komen met personages die behoren tot een ‘andere’ culturele of sociale groep, gaan positiever over deze groep denken: zij schrijven positievere eigenschappen aan deze groep toe en staan meer open voor contact met deze groep (Cameron, Rutland, Hossain, & Petley, 2011; Vezzali, Stathi, & Giovannini, 2012; Aronson et al., 2016). Enkel het lezen over een vriendschap tussen iemand uit de ‘eigen’ groep en iemand uit een ‘andere’ groep kan al tot meer genuanceerde opvattingen leiden. Lezers geven zich over aan een gedachte-experiment: hoe zou ik me voelen, wat zou ik denken, en hoe zou ik handelen als ik in de schoenen van één van de personages zou staan?

Lezen vergroot ons welzijn

Tot slot: we lezen natuurlijk in de eerste plaats omdat dit fijn is; omdat we onszelf er beter door gaan voelen. Lezen is plezierig, ontspannend, biedt afleiding van onze zorgen, troost in moeilijke tijden, en kan daarnaast leiden tot nieuw (zelf)inzicht (Stichting Lezen, 2017). Zoals James Baldwin het verwoordde: “You think your pain and your heartbreak are unprecedented in the history of the world, but then you read.” Door over personages te lezen die met vergelijkbare problemen kampen of vergelijkbare emoties ervaren als jijzelf, krijg je een beter begrip van en voor je eigen situatie. Niet voor niets doopten de oude Egyptenaren de bibliotheek in het Ramesseum om tot ‘genezingsplek voor de ziel.’

Hoor je een nieuw werkwoord? Even checken? 

Kijk bijvoorbeeld hier: 

https://bab.la/   

(Is prima, maar ik miste bijvoorbeeld wel wat hoofdletters.)

 

Aandurven 

(Meest gebruikt: Durf je dat aan? Durven jullie dat aan?) 

 

Nederlands Werkwoord "aandurven"

infinitief
Nederlands
  • aandurven
onvoltooid verleden tijd
Nederlands
  • dorst aan; durfde aan
voltooid deelwoord
Nederlands
  • aangedurfd
 

Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)

ik durf aan
jij/u (je)
durft aan
hij/zij/het
durft aan
wij (we)
durven aan
jullie
durven aan
zij (ze)
durven aan
 

voltooid tegenwoordige tijd (vtt)

ik heb aangedurfd
jij/u (je)
hebt aangedurfd
hij/zij/het
heeft aangedurfd
wij (we)
hebben aangedurfd
jullie
hebben aangedurfd
zij (ze)
hebben aangedurfd

onvoltooid verleden tijd (ovt)

ik dorst aan; durfde aan
jij/u (je)
dorst aan; durfde aan
hij/zij/het
dorst aan; durfde aan
wij (we)
dorsten aan; durfden aan
jullie
dorsten aan; durfden aan
zij (ze)
dorsten aan; durfden aan
 

voltooid verleden tijd (vvt)

ik had aangedurfd
jij/u (je)
had aangedurfd
hij/zij/het
had aangedurfd
wij (we)
hadden aangedurfd
jullie
hadden aangedurfd
zij (ze)
hadden aangedurfd
 

onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)

ik zal aandurven
jij/u (je)
zult aandurven
hij/zij/het
zal aandurven
wij (we)
zullen aandurven
jullie
zullen aandurven
zij (ze)
zullen aandurven
 

voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)

ik zal aangedurfd hebben
jij/u (je)
zult aangedurfd hebben
hij/zij/het
zal aangedurfd hebben
wij (we)
zullen aangedurfd hebben
jullie
zullen aangedurfd hebben
zij (ze)
zullen aangedurfd hebben

 

 

Voorwaardelijke wijs

onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)

ik zou aandurven
jij/u (je)
zou aandurven
hij/zij/het
zou aandurven
wij (we)
zouden aandurven
jullie
zouden aandurven
zij (ze)
zouden aandurven
 

voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)

ik zou aangedurfd hebben
jij/u (je)
zou aangedurfd hebben
hij/zij/het
zou aangedurfd hebben
wij (we)
zouden aangedurfd hebben
jullie
zouden aangedurfd hebben
zij (ze)
zouden aangedurfd hebben

 

 

Gebiedende wijs

gebiedende wijs

jij/u (je) durf aan
jullie durf aan

 

 

Deelwoord

onvoltooid deelwoord

aandurvend
 

voltooid deelwoord

aangedurfd